Text aus dem Hauptfenster in Zwischenablage kopieren

Dat. xxiij. capittel.
Op mijn rijckdom haddic mijn betrouwen
Nou zie ict verbranden dies ben ic in rouwen.
1
SInt Augustijn om dat wij ons betrouwen
2
op daerdsche goed niet stellen en souden seit
3
op een plaetse aldus. Voortganc van mensche licken
4
dat is tijdelicken vorspoede is een seker teiken ende
5
bewijs vander eewigher verdoemnisse. Ende daer
GW5066_0058_Paris_d5v