Text aus dem Hauptfenster in Zwischenablage kopieren

Dat. lxiij. capittel.
Vele zotten willen de werreld meten
Die haren god ende hem vergheten.
1
GHelijc zij zot zijn die hem mesbruken int ondersoe
2
ken vanden loop der hemelen: also zijn zij on=
3
wijs die bij maten willen weten de hooghde vanden he
4
melen: de diepte vander heuen dat is de grootte vander
5
weerreld: ende nochtans hem zeluen vergheten dus sals
6
hem elc wachten de wijs wilt wesen.
GW5066_0134_Paris_i5v