Text aus dem Hauptfenster in Zwischenablage kopieren

7
ende gheen dijnck onzekerder dan die huereder dood
8
wij suller dan op dijncken ende ons daer vooren hoeden
9
want also die helighe scrifture seit die dood comt dicwijl
10
al een dief ter midder nacht dat is als wijs minst dijnc=
11
ken. Ende van den ghenen die op de dood niet en hachten
12
seit Job. xxi. cap. Ducunt in bonis dies suos: et in puncto
13
ad inferna descendunt. zij leyden haer leuen in ghenoechten
14
ende in een ooghen blic dalen zij ter hellen. wij sullen ons
15
dan bereidt houden ende altijds de comste ons heeren ver=
16
wachten: want Hieronymus seit gheen zorghelicker dijnck
17
en is dan te leuene also men niet en soude willen oft doruen
18
steruen: ende sullen ons verootmoedighen andijnckende die
19
verworpentheid vanden dooden: want also Job int
20
vorseide capittel scrijft. Iste moritur robustus et sanus: di
21
ues et felix: viscera eius plena sunt adipe: et medullis
22
ossa illius irrigantur: Alius vero moritur in amaritudine
23
anime sue absque vllis opibus: et tamen simul in puluere dor
24
mient: et vermes operient eos. dat is. Dese steerft zijnde
25
noch staerck ende ghezondt van lijue: rijcke ende salich: die
26
zijn inghewanden heeft vol smeers ende vets: ende die beyn
27
dren zo vol maerghs dat zijer inne beghoten werden.
28
Een ander steerft ende ouerlijdt in bitterheit van zijner
29
zielen: in grooter aermoede ende keytiuicheit: zonder eeni
30
he goedijnghen oft hulpen ende machten: ende nochtans sul
31
len zij tsamen in dat slijck ende ghestubbe oft ghestof van
32
der aerden rusten: ende die wormen sullense allebeide om=
33
decken.
De leeraer.
34
HOouerdighe zot slaeckt uwen moed
35
Ende dijnct op steruen zo werdij vroed
36
want als een dief bij nachte betraept
37
Die dood / die in zijn zonden slaept.
GW5066_0167_Paris_l6r